Buijtenland van Rhoon helemaal natuurinclusief

Onder de rook van Rotterdam vindt een groot experiment plaats met natuurinclusieve landbouw op landschapsschaal, waar alle agrariërs in het gebied bij betrokken zijn.

“Wat we hier in Rhoon proberen is om tussen landbouw en natuur te gaan zitten”, aldus Udo Prins. Hij is onderzoeker aan het Louis Bolk instituut en betrokken bij de transformatie van de polder Buijtenland van Rhoon tot een natuurinclusieve polder. Hij was spreker op de derde (en digitale) bijeenkomst van Living Lab Ooijpolder-Groesbeek. Met nul euro pacht moeten agrariërs uiteindelijk in staat zijn om een natuurrijk agrarisch cultuurlandschap in stand te houden in die polder bij Rotterdam.

Het Buijtenland van Rhoon is circa 600 ha groot. Het werd aangewezen om te dienen als natuurcompensatie voor aanleg van de Tweede Maasvlakte. Er rees heel veel verzet tegen de natuurontwikkeling in dit oude akkerbouwgebied. Het plan werd bijgesteld en in plaats van natte natuur werd gekozen voor natuurdoelen met een sterke binding met akkerbouw en het behoud van het agrarisch cultuurlandschap. Nu staan boerenlandvogels en akkerkruiden centraal. Deze soorten zijn in Nederland sterk bedreigd in hun voortbestaan ten gevolge van moderne landbouwmethoden. Belangrijke negatieve factoren zijn de afname van landschapselementen en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

De natuurdoelen zijn duidelijk, maar hoe bereik je die met agrariërs die wel hun boterham moeten blijven verdienen? Het vinden van een antwoord op die vraag is volgens Udo Prins een groot experiment. Er moet veel worden uitgezocht, maar ook veel worden uitgeprobeerd. In de polder wordt een samenhangende structuur van landschapselementen aangelegd. Op percelen worden stroken en overhoeken ingezaaid met natuurlijke mengsels en de vegetatie wordt op een natuurtechnische manier beheerd. De vruchtwisseling wordt verruimd en aangevuld met meer bloeiende gewassen. En heel belangrijk; het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen wordt afgebouwd. Er is al meteen gestopt met het gebruik van insecticiden in maaigewassen. Een gezondere bodem en schoner water zijn belangrijke voorwaarden voor succes.

De toepassing van al die maatregelen, om een rijke natuur met akkerkruiden en boerenlandvogels mogelijk te maken, is een ingrijpende verandering in de bedrijfsvoering van de agrariërs. Om de omslag mogelijk te maken zijn twee zaken goed geregeld. Ten eerste is een ruim gebiedsfonds gevuld met compensatiegeld uit de Rotterdamse haven. Ten tweede vindt intensieve begeleiding plaats van de agrariërs in de transitie naar natuurinclusieve landbouw. Zo kan er geëxperimenteerd worden met nieuwe gewassen en ruime vruchtwisseling. De afbouw van gewasbeschermingsmiddelen wordt nauwkeurig gemonitord en schade gecompenseerd. Dat levert nuttige ervaringen op die ook in Living Lab Ooijpolder-Groesbeek van betekenis kunnen zijn.

Lees meer over de ontwikkelingen in het Buijtenland van Rhoon op de website van het project.

 

 -------------------------------- Veldleeuwerikken (foto: Niels Gordijn) ---------------------------

 

Dit is een bericht van Via Natura - project 'Grip op Biodiversiteit'

Nieuwsbrief Biodiversiteit